top of page

Familieopstellingen: lijst met mogelijke familiefeiten

Meegedragen familie patronen kan je doorbreken m.b.v. familieopstellingen. Joriska Vanhaelewyn geeft individuele familieopstellingen in Gent

Om een opstelling te kunnen doen heb je de basisfeiten van je familie nodig. Met je familie bedoelen we het gezin waarin jij geboren bent, het gezin waarin je ouders opgroeiden en de gezinnen van je grootouders. Heb je informatie van nog vroegere generaties, dan is die ook welkom. 
Heb hierbij aandacht voor onuitgesproken of moeilijk te achterhalen familiegeheimen.

De feiten die we nodig hebben voor je opstelling zijn geen karakterbeschrijvingen. De belangrijkste feiten hebben steeds met een zwaar lot of trauma van familieleden te maken. Hier volgt een overzicht van de meest voorkomende voorbeelden van een zwaar lot of trauma. 

 

•    de 'vroege' dood van een broer of zus, voordat zij of andere familieleden  30 jaar oud waren 
•    de 'vroege' dood van een van de ouders, voordat zij of andere familieleden 30 jaar oud waren 
•    miskramen vanaf de derde maand van de zwangerschap 
•    dood in het kraambed, 
•    zwaar ongeval
•    zware ziekte
•    lichamelijke of geestelijke handicap
•    zware mishandeling
•    incest
•    zelfmoord 
•    slachtoffers van een misdrijf
•    opsluiting (bijv. in gevangenis, concentratie-, werk- of jappenkamp...) 
•    alle soorten oorlogsverleden, collaboratie en verzet
•    uitsluiting uit de familie, 
•    homoseksualiteit
•    psychiatrische patiënten
•    nonnen, monniken of priesters in de familie
•    buitenechtelijke geboortes
•    adoptie
•    faillissementen
•    emigranten
•    kinderen die vroeg aan pleegouders of verwanten weggegeven werden
•    iemand die zonder noodzakelijke reden vroeg op kostschool moest
•    iemand die uit zijn geboortestreek verdreven werd of moest vluchten
•    iemand die ouders heeft met verschillende nationaliteiten
•    iemand die nooit het ouderlijke huis kon of mocht verlaten

Daarnaast is het ook goed de volgende persoonlijke feiten na te gaan (alleen voor jou dan, niet voor je hele familie): 


•    Waren er complicaties bij je geboorte?
•    Werd je moeder ziek of liep zij blijvende letsels op door de geboorte?
•    Had je in je vroege jeugd (of later in je leven) een zware ziekte met opname in een ziekenhuis?
•    Hoeveel broers en zussen heb je?
•    Waren er miskramen of vroeg gestorven kinderen?
•    Heeft één of meerdere van je broers of zussen een zwaar lot (zie hierboven)?

Meestal weten we niet alles. Dat is geen probleem. Verzamel wat je kan en neem het mee wanneer je komt voor een familieopstelling. Het is goed mogelijk dat je op voorhand een link ziet tussen jouw thema en een gebeurtenis in je familie. De kracht van een familieopstelling ligt echter niet in het bedenken van verbanden. We ontdekken de werkelijke dynamiek aan de basis van je thema door actief in te voelen. Zo ontdek je vaak iets anders dan wat je op voorhand had bedacht.

bottom of page